Teeltvariabelen uitgelegd: groeigraden

In deze blog willen we je graag iets vertellen over groeigraden, oftewel growing degree units (GDH/GDD). De reden dat we groeigraden hebben toegevoegd aan ons dashboard is omdat in de vele gesprekken met onze gebruikers hier vaak om gevraagd wordt. Graaduren worden gebruikt om op te sturen, maar telers geven aan dat de berekening tijdrovend is omdat het handmatig moet en dus alleen op de pc beschikbaar is waar de berekening op uitgevoerd is.

Groeigraden zijn niet nieuw, het is een bewezen concept. Wat echter wel nieuw is, is dat je groeigraden nu real time kunt bekijken op het 30MHz platform. Dus ook als je tussen je gewas staat. En dat je deze informatie kunt combineren met de inzichten van al je andere gewasdata.

Zo bereken je groeigraden

Maar wat zijn groeigraden nu eigenlijk? Groeigraden worden berekend op basis van temperatuur en gebruikt om de ontwikkeling van planten of insecten te voorspellen. Zo kun je precies inschatten wanneer je gewas in bloei zal staan, of beoordelen hoe plagen of je biologische bestrijdingsmiddelen zich ontwikkelen. Je optimaliseert daarmee de timing van de oogst en het inzetten van je biologische controle.

Bij de berekening van groeigraden gaan we uit van een drempelwaarde. De drempelwaarde is de temperatuur waaronder je geen ontwikkeling verwacht. Deze drempelwaarde is specifiek voor je organisme. Voor graaduren gebruik je de gemiddelde temperatuur van een uur. Voor graaddagen gebruik je de gemiddelde etmaal temperatuur. Voor de berekening trek je drempelwaarde af van de gemiddelde temperatuur, als dit 0 of lager is heb je 0 groeigraden. Als je gemiddelde uur temperatuur 2 graden boven je drempel uitkomt, heb je 2 graaduren, en bij 10 graden boven de drempel heb je 10 graaduren. Die graaduren worden bij elkaar opgeteld.

Let op in het voorjaar!

Je kunt je voorstellen dat dit vooral bij heldere koude nachten in het voorjaar tot een verschil kan leiden: als je de gemiddelde temperatuur van een etmaal gebruikt, kan het zijn dat je niet boven je drempelwaarde uitkomt. Als je nu de gemiddelde temperatuur per uur berekent, zul je zien dat in de nacht je de drempelwaarde niet bereikt, maar een aantal zonnige uren midden op de dag kunnen wel degelijk boven de drempel uitkomen.

Mocht je nu al werken met graaddagen en hier ervaring mee hebben, raad ik je aan hier vooral verder mee te gaan. Mocht je nu gaan starten groeigraden, gebruik dan graaduren, gewoon omdat dit nauwkeuriger is.

Koude-uren / chill units

In de widget zul je zien dat er ook een optie is voor koude-uren, chill units. Hier is de drempelwaarde niet een ondergrens, maar een bovengrens. Je telt hier de periode onder de drempelwaarde op. Chill Units (CU) worden over het algemeen gebruikt voor fruitbomen en bloembollen. Vruchtdragende bomen hebben een periode van koud weer nodig waarna deze gaat bloeien (ook wel vernalisatie-eis genoemd), evenals bloembollen een koude periode nodig hebben om te ontkiemen of te bloeien. Fruitbomen moeten een bepaald aantal uren onder een drempelwaarde doorbrengen om de kiemrust te doorbreken, zodat ze zullen bloeien en normaal fruit kunnen zetten.

Chill units is de berekening van de periode van blootstelling aan koude temperaturen. De berekening van chill-uren in ons dashboard gebeurt door de uren onder een bepaalde drempel te tellen (let op, GDH telt het uur maal de temperatuur boven een drempel, CU telt de uren onder een drempel). Gedurende koude temperaturen verkeren de plant en bloemknoppen in een rusttoestand totdat ze voldoende koude-uren hebben opgebouwd. Als er voldoende CU is verzameld, zijn de bloemknoppen klaar om te groeien in reactie op hogere temperaturen.

Zo stel je de widget in

Als je gebruik maakt van het dataplatform van 30MHz is het eenvoudig om de widget voor GDU in te stellen. Hiervoor navigeer je naar “widget toevoegen” rechtsbovenin het dashboard. Je vindt de widget onderaan, waarna je een aantal velden moet invullen. In het filmpje bovenin deze blog legt onze collega Mirjam Bekker uitgebreid uit hoe je dat doet.